Bestaansrecht van
mijn fotoarchief
'Bestaansrecht van mijn fotoarchief' brengt het verleden, heden en toekomst bij elkaar door het fysiek te manifesteren in een daguerreotype. Een object dat niet alleen mijn verleden toont, maar ook het heden. Dit doe ik door middel van de zilveren plaat die de kijker weerspiegelt. Zo ontstaat er een interactie tussen degene die ernaar kijkt en mijn fotoarchief.
Het object is tot stand gekomen vanuit een obsessie met mijn verleden die ik projecteer op de toekomst, waardoor ik het heden uit het oog verlies. Ik voel een drang om mijn fotoarchief in stand te houden, terwijl ik het niet meer waarneem.
Je zou dus kunnen stellen dat ik iets koester dat zijn bestaansrecht is verloren omdat het niet meer te bevatten is door de eindeloze hoeveelheid. De 450.154 gestapelde blanco fotovellen die zich verhouden tot de daguerreotype maken mijn fotoarchief tastbaar.
Het werk bevraagt contradicties door ze tegenover elkaar te stellen en ze tegelijkertijd dichter bij elkaar te brengen: Zichtbaarheid en onzichtbaarheid, herinneren en vergeten en verleden en heden.
De daguerreotype is belicht middels het licht van mijn laptopscherm. Door iedere foto, een voor een, uit de duisternis van mijn harde schijf te halen en het vertonen zijn ze allen terecht gekomen op het object dat in 1822 het eerste object was waarmee de werkelijkheid werd gefixeerd. Deze techniek laat ik subtiel doorschemeren door gebruik te maken van het maré-effect.